De provincie Noord-Brabant heeft plannen voor de aanpassing van de N279 tussen Veghel en Asten gedeeld. Dit kan grote gevolgen hebben voor onze omgeving. Jij hebt de kans om jouw mening hierover te geven door een zienswijze in te dienen. Dit kan tot 2 juni 2025.
Hoe dien je een zienswijze in?
Het indienen van een zienswijze is simpel. Het kost slechts een paar minuten. Volg deze stappen:
- Lees de Notitie Kansrijke Alternatieven en de Notitie Reikwijdte Detailniveau goed door. Deze documenten geven inzicht in de plannen en mogelijke gevolgen.
- Maak jouw vraag of opmerking (zienswijze) duidelijk. Je kunt je eigen visie geven of inspiratie halen uit de voorbeelden die we hebben opgesteld. Zorg ervoor dat duidelijk is op welk stuk jouw zienswijze van toepassing is(zie de voorbeelden hieronder).
- Dien je zienswijze digitaal in via deze link. Hier vind je ook uitgebreide uitleg over het proces.
De dorpsraad Eerde neemt het voorstel van de werkgroep N279 over als zienswijze en zal deze delen op onze website. Maar we roepen iedereen op om ook zelf een zienswijze in te dienen! Hoe meer mensen hun mening laten horen, hoe beter.
Lees de documenten goed door voor je jouw zienswijze opstuurt. Je kunt ze lezen door te klikken op de volgende links:
Heb je hulp nodig bij het opstellen van je zienswijze? Onderaan onze pagina vind je een paar voorbeelden. Laat jouw stem horen en dien vandaag nog een zienswijze in!
Samen kunnen we invloed uitoefenen op de toekomst van ons dorp. Doe mee! 🚀
Voorbeelden
Ik wil erop wijzen dat de participatie, zoals beschreven in hoofdstuk 2 van het Participatierapport N279, niet kan en mag worden beschouwd als een omgevingsdialoog in een latere fase van het proces van planvorming tot uitvoering van de N279.
Op basis van de beschikbare informatie is het voor betrokkenen onmogelijk om een goed onderbouwde bijdrage te leveren aan een omgevingsdialoog. Dit geldt in het bijzonder voor Alternatief 4, waarover op dit moment nog geen helder beeld bestaat met betrekking tot de ligging en de impact van een mogelijke omleidingsroute. Zonder deze cruciale informatie kunnen belanghebbenden geen goed geïnformeerde afweging maken en hun belangen onvoldoende vertegenwoordigen in het proces.
Ik verzoek daarom om nader te specificeren hoe en wanneer een daadwerkelijke omgevingsdialoog zal plaatsvinden en welke aanvullende informatie beschikbaar wordt gesteld om betrokkenen beter te kunnen laten participeren.
In de paragrafen 2.4 en 3.5 van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau worden de effecten van geluidsoverlast, stikstof en fijnstofconcentraties besproken. In de toelichting op kansrijk Alternatief 4 vanaf pagina 74 worden deze drie aspecten aangehaald om de positieve invloed van dit alternatief op het huidige tracé te benadrukken. Echter, ik mis een duidelijke benoeming van de impact die deze routekeuze zal hebben op omliggende dorpen en buurtschappen, zoals Eerde.
Op dit moment ondervinden bewoners die direct langs de A50 wonen of zich in de nabije omgeving bevinden al hinder van fijnstof en geluidsoverlast. Indien de N279 wordt omgeleid langs de A50, zal deze belasting eveneens neerkomen op deze buurtschappen en dorpen, waardoor de problematiek zich verplaatst in plaats van wordt opgelost.
De huidige toelichting legt vooral de nadruk op het verminderen van de problemen in Veghel, maar gaat voorbij aan de gevolgen die een omleiding elders met zich meebrengt. Ik verzoek daarom expliciet om een aanvullende analyse en beschrijving van de effecten van Alternatief 4 op de omliggende kernen, zoals Eerde, vergelijkbaar met de beschrijving die is opgenomen voor de wijken in Veghel.
In paragraaf 9.5 van de Notitie Kansrijke Alternatieven wordt een kostenraming gepresenteerd, waaruit blijkt dat enkel Alternatief 1 en het nader te onderzoeken Alternatief 5 binnen de overeengekomen financiële kaders van maximaal M€ 300 vallen. Bovendien wordt aangegeven dat Alternatief 1, inclusief de subvariant Veghel met ongelijkvloerse kruisingen, en Alternatief 2 net boven de grens van dit kader liggen en mogelijk door verdere optimalisatie alsnog haalbaar kunnen zijn.
Gezien deze bevindingen en het feit dat Alternatief 1 de minste milieuproblemen veroorzaakt en de laagste impact heeft op natuur en leefbaarheid, rijst de vraag waarom dit alternatief niet direct als voorkeursalternatief wordt aangewezen. Dit alternatief voldoet financieel aan de gestelde kaders en biedt tegelijkertijd een oplossing die de negatieve gevolgen voor de omgeving minimaliseert.
Ik verzoek daarom om een nadere toelichting op de keuze om Alternatief 1 niet als voorkeursalternatief aan te wijzen, ondanks de financiële haalbaarheid en beperkte negatieve effecten op het milieu en de leefomgeving